Nu mijn bedrijf The Happy Volunteer groeit, zie ik steeds meer het belang in van samenwerken en het aangaan van partnerschappen. Informatie delen, naar elkaar verwijzen, elkaar helpen en samen werken aan het grotere geheel.
Doe jij dat ook met jouw organisatie?
In dit artikel laat ik je voorbeelden zien van de manieren waarop ik partnerschap aanga met collega’s en concurrenten. Ja, ook met concurrenten. Er is plek genoeg voor ons allemaal.
Want mijn missie is organisaties helpen om meer vrijwilligers te werven en de wereld te laten zien hoe waardevol vrijwilligerswerk is. Mijn missie is belangrijker dan mijn ego.
En zolang ik dat voor ogen houd, zie ik anderen niet als concurrentie.
Partnerschap met koepelorganisaties
De belangrijkste koepelorganisatie voor mij is de NOV (Vereniging Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk). De NOV maakt zich als vereniging sterk voor de belangen van vrijwilligersorganisaties.
Als stichting of vereniging kun je lid worden van de NOV en profiteren van kortingen en kennis. Maar zonder lid te worden kun je al gebruik maken van hun online platform. Hier kun je vragen stellen waar andere organisaties op reageren. Er staan voorbeelden van beleidstukken en er is veel kennis aanwezig. Verder organiseert de NOV regelmatig bijeenkomsten en congressen.
De leden van de NOV zijn mijn potentiële klanten, daarom is de NOV belangrijk voor mij. Ik ga naar bijeenkomsten, plaats berichten op het platform en doe mee aan discussies. Hiermee help ik de NOV aan zichtbaarheid en word ik zelf zichtbaar.
Soms geef ik tijdens conferenties van de NOV workshops en inspiratiesessies. Zo kan ik iets terug doen en kan de NOV haar leden van een afwisselend aanbod voorzien.
Een win-win situatie.
Partnerschap met aanverwante ondernemers
Zoals ik me richt op het werven van vrijwilligers, zijn er andere ondernemers die zich richten op het begeleiden van vrijwilligers of het besturen van een stichting. Er zijn ook bedrijven die een online platform aanbieden om vacatures te plaatsen.
Deze bedrijven zijn interessant voor mij, omdat ze mij helpen om mijn klanten beter van dienst te zijn. Vorige week nog zocht iemand een training die niet paste binnen mijn aanbod. We hebben elkaar telefonisch gesproken en ik heb haar doorverwezen naar het VITA-netwerk. Dit is een pas opgerichte groep trainers en adviseurs die ieder hun eigen expertise hebben.
Door deze klant door te verwijzen help ik haar om de beste oplossing te vinden. Ook help ik de andere trainers en op de lange duur mezelf. Grote kans dat deze klant in de toekomst aan mij denkt als ze advies zoekt over het werven van vrijwilligers. Ze heeft ervaren dat ik haar belangen voorop stel.
De bedrijven achter de online platformen zoals Deedmob en NLvoorelkaar zijn voor mij interessant, omdat mijn potentiële klanten op hun platformen aanwezig zijn en hun nieuwsbrieven ontvangen.
Daar tegenover staat dat ik op plekken kom, waar mensen de platformen nog niet kennen. Dus ik noem hun namen en moedig organisaties aan om hun vacature ook daar te delen. Ook deel ik artikelen als die interessant zijn voor mijn klanten. En dat zijn ze vrijwel altijd.
Aan de andere kant delen zij ook mijn artikelen en noemen mijn naam. Met Rotterdammersvoorelkaar heb ik een actie gedaan waarbij nieuwsbrieflezers een vacaturescan konden winnen. Goed voor hun zichtbaarheid en voor die van mij.
Weer een win-win situatie
Partnerschap met concurrenten
Deze ligt het meest gevoelig. Want waarom zou je partner willen zijn van een concurrent? Voor mij is dat volkomen duidelijk.
Zelfs als iemand precies hetzelfde aanbied als ik, dan nog zijn er verschillen. De concurrent is een andere persoon en ook de vorm waarin hij of zij het aanbiedt is anders.
Door die verschillen voelen mensen zich aangetrokken tot mij, of juist tot mijn concurrent. En dat is prima. Daarbij speelt mee dat er zo veel vrijwilligersorganisaties zijn, dat er genoeg werk is voor ons allebei.
Je vraagt je misschien af hoe zo’n partnerschap er dan uitziet. Voor mij ligt dat op het gebied van kennis delen, van elkaar leren en naar elkaar verwijzen.
Met Ralf Fleuren van Bliqsem heb ik goed telefoongesprek gehad waarin we met elkaar bespraken hoe we werkten als ondernemer en wat we precies aanbieden. Super leerzaam als ondernemer om te horen hoe iemand anders dat doet.
Vervolgens kreeg ik een aanvraag voor een training op een dag dat ik niet kon. Die heb ik toen doorverwezen naar Ralf. Zo hielp ik de klant én hielp ik Ralf.
Heb ik mijn karma-punten weer verdiend en opnieuw een win-win situatie.
Maar hoe werkt dat voor jou in de praktijk?
Met koepelorganisaties
Als vrijwilligersorganisatie is er vast een steunpunt bij jou in de buurt. Een vrijwilligerscentrale of informatiepunt. Zorg dat je de personen daar kent, stel je vragen en beantwoordt ook hun vragen. Hebben jouw vrijwilligers vragen die je zelf niet kunt beantwoorden, verwijs hen naar het steunpunt.
Stopt een vrijwilliger zijn inzet bij jou? Laat weten dat je dankbaar bent voor de inzet bij jou, maar geef ook de suggestie dat ze nog eens op de lokale vacaturebank kijken. Schrijf eens een social media bericht over het steunpunt. En als jij een bepaalde expertise hebt, kun je aanbieden om een training te geven. Zo wordt jij met jouw organisatie ook zichtbaar.
Trouwens, heb je al bedacht dat de gemeente ook een koepelorganisatie is? Misschien zitten daar kansen om elkaar te versterken.
Met aanverwante organisaties
Ongetwijfeld kun je zo een paar organisaties noemen die nét iets anders aanbieden dan jij. Ga eens met elkaar om tafel, organiseer samen een activiteit of noem elkaar in gesprekken en op social media.
Hoe meer je samenwerkt, hoe meer waarde jij kunt bieden aan je klanten en vrijwilligers en ook aan de gemeente die subsidie geeft. Samenwerken kost tijd, maar een telefoontje zo af en toe is echt de moeite waard.
Een van de meest simpele manieren om elkaar te helpen is berichten van elkaar delen op social media. Ik werk ook nog af en toe bij een mantelzorgorganisatie en als een andere organisatie iets deelt dat ook interessant is voor mijn doelgroep, dan deel ik dat. Meer zichtbaarheid voor ons en voor hen.
Met concurrenten
We zijn zo bang van concurrentie, maar als je het belang van vrijwilligers voorop stelt dan bestaat concurrentie niet. Er zijn genoeg redenen te bedenken waarom een vrijwilliger beter past bij jouw organisatie of juist niet.
Als jij een vrijwilliger die niet past verwijst naar een andere organisatie, bereik je twee dingen. De vrijwilliger krijgt een plek die beter past en krijgt een positieve ervaring als vrijwilliger.
De kans is groot dat persoon jouw organisatie zal herinneren als een die niet denkt in eigenbelang maar in de best mogelijke oplossing.
Bij zo’n organisatie zou ik vrijwilligerswerk willen doen.
Welke partnerschappen ben ik vergeten?
Ik ben vast nog dingen vergeten en zou die graag aanvullen. Waar zie jij nog mogelijkheden voor partnerschappen waarbij je elkaar versterkt? En op welke manieren kun je een partnerschap anders vormgeven?
Alle ideeën zijn welkom, daar helpen we elkaar verder mee.
Vind je het toch nog vreemd dat ik hier allerlei organisaties noem en daarmee misschien zelfs potentiële klanten een andere kant op stuur? Dat doe ik omdat ik een punt wil maken.
In het Engels is er een uitdrukking: Walk the Talk oftewel; gedraag je naar wat je zegt. Dus als ik schrijf dat ik niet bang ben voor concurrentie, dan kan ik ze hier best noemen. En wie weet noemen ze mij dan een keer terug (hint😉).
Denk jij dat een van de genoemde organisaties of ondernemers jou kan helpen? Dan vind ik het fijn dat ik je de weg mocht wijzen.
En hoop ik dat je mijn artikelen blijft lezen zodat ik je daarmee kan blijven inspireren.
Alweer een win-win situatie!
De foto bij dit artikel is van DESIGNECOLOGIST via Unsplash
Geef een reactie